Kabelbreuk opsporen en verhelpen

Hoe weet ik dat ik een kabelbreuk heb?

Bij een goed werkend systeem hoort het lampje groen te branden of groen te knipperen (in ECO stand).

• Lampje knippert blauw: breuk in de begrenzingskabel.
• Lampje knippert geel: breuk in de geleidingskabel.
• Maaier geeft melding: “geen lussignaal”.

Het kan ook voorkomen dat er geen echte breuk is, maar een beschadiging. Het lampje knippert soms blauw en brandt soms groen (vaak bij nat of droog weer).

Wat moet ik doen? Stekkertjes controleren

• Controleer eerst of de 3 paarse kabelstekkers goed contact maken met het laadstation.
• Monteer het stekkertje opnieuw op de kabel als het te ver is ingesneden door buigen of ouderdom.
• Controleer de bevestiging van de stekker van de geleidingskabel op de begrenzingskabel.

Wat moet ik doen? Multimeter

Gebruik een multimeter om de weerstand van de bekabeling te meten. Meet R + L om te controleren of er een breuk is.

Opsporen van de breuk zonder multimeter

Wissel de Guide-draad om met de linker begrenzingskabel. Als het lampje geel brandt, zit de breuk niet aan deze kant.

Opsporen van de breuk met een testkabel

• Koppel de begrenzingskabel los van het laadstation.
• Gebruik een testkabel en sluit deze aan op het laadstation.
• Knip de begrenzingskabel door en sluit de testkabel aan om te controleren waar de breuk zit.

Opsporen van de breuk met een kabelbreuk detector

Sluit een zender aan op de kabel. De stroom gaat tot aan de breuk, en met een tester kun je de breuk lokaliseren.